Skip to main content

Ozonmoleculen in twee lagen van onze atmosfeer

Ozon (O3), een molecule die bestaat uit drie zuurstofatomen (O), bevindt zich voornamelijk in twee lagen van onze atmosfeer:

  • De stratosfeer, een laag van de atmosfeer tussen ongeveer 10 en 50 kilometer boven het aardoppervlak, bevat zo'n 90% van de totale hoeveelheid atmosferische ozon. Dit stratosferische ozon is algemeen gekend als de "ozonlaag".
  • De 10% overblijvende ozon bevindt zich in de troposfeer, het laagste gedeelte van de atmosfeer dat zich uitstrekt van het aardoppervlak tot een hoogte van ongeveer 8 à 15 kilometer.

Ozonmoleculen zijn in beide gebieden chemisch hetzelfde en bestaan uit drie atomen zuurstof waarvan de chemische formule O3 is. Nochtans, hebben ze een heel verschillende werking op mensen en andere levende wezens.

Ozon in de stratosfeer absorbeert schadelijk uv-straling

De stratosferische ozon speelt een gunstige rol door een groot deel van de schadelijk ultraviolette straling te absorberen, zodat slechts een kleine deel van de straling de Aarde bereikt.

Het absorberen van de ultraviolette straling door ozon is een bron van warmte, die eigenlijk de stratosfeer zelf vormt (dit is een gebied waarin de temperatuur stijgt met de hoogte). Ozon is dus van essentieel belang voor de temperatuurstructuur van de aardse atmosfeer.

Zonder de filtrerende rol van de ozonlaag zou meer uv B-straling het aardoppervlak bereiken. Tal van experimenten op planten en dieren, maar ook klinisch onderzoek bij mensen, hebben de schadelijke invloed van een overdreven blootstelling aan uv-B straling bewezen.

Ozon in de troposfeer is een giftige stof

Troposferische ozon daarentegen is een zogeheten secundaire vervuilende stof, een foto-oxidans die wordt gevormd door de interactie tussen de zonnestralen en primaire vervuilende precursoren.

Troposferische ozon is een giftige stof die schadelijk is voor de mens, dieren en planten. Het resulteert uit complexe chemische reacties, met een siginificante rol voor de volgende spelers:

Ozon (O3) wordt voornamelijk gevonden in twee lagen van de atmosfeer: de troposfeer en de stratosfeer.
De stratosfeer, tussen ongeveer 10 en 50 kilometer boven het aardoppervlak, bevat zo'n 90% van de totale hoeveelheid atmosferische ozon. De 10% overblijvende ozon bevindt zich in de troposfeer, van het aardoppervlak tot een hoogte van ongeveer 8 à 15 kilometer.